Friday, February 23, 2007

Inleiding

Waarom hebben we deze vorm van presenteren gekozen?

Obstipatie:
Omdat je je eigen ook moet inbeelden dat mensen zich schamen en misschien niet bij de voorlichting zouden komen. Dus vandaar via de website. Zodat mensen het ook thuis kunnen opzoeken...

Incontinentie:
Nou eigenlijk om dezelfde reden als incontinentie. Mensen die er last van hebben schamen zich misschien en komen dan niet bij de voorlichting dus vandaar.

Protocol:
Omdat de protocol is moeilijk uit te leggen. dus om het zo op te zoeken leek ons makkelijker. En dit zou je dus moeten bekijken via de ogen van een leerling.

Thursday, February 22, 2007

Protocol decubitus

Protocol
Decubutis


Algemene opmerkingen:
Decubitus ontstaat door druk -, schuif -, of wrijfkrachten.
Door deze krachten wordt de doorbloeding belemmerd, waardoor de cellen beschadigen en afsterven. Decubitus wordt ook wel doorliggen genoemd.Doorliggen komt voor bij bedlegerige patiënten, maar ook bij rolstoelgebruikers en bij mensen met bijvoorbeeld beenbeugels. Doorliggen kan leiden tot open wonden met weefselversterf, tot diep in de onderliggende weefsels.

Doel : het voorkomen de behandeling en de nazorg van decubitus

Verschijnselen:
Verschijnselen bij decubitus zijn vaak rode plekken op de huid of pijn. Wat opvallend is dat de rode plekken op de huid niet weg gaan als u erop drukt.
Bij mensen die langdurig op bed blijven liggen komen de doorligplekken vooral op de hielen, de heupen en de stuit voor. Bij mensen die veel in een rolstoel zitten komen de doorligplekken vooral op de stuitbeen.

Decubitus kan worden verdeeld in verschillende gradaties

Graad 1: Opvallende rode plekken die niet weg gaan als er op word gedrukt.

Andere kenmerken:
- Verkleuring van de huid
- Warmte
- Oedeem
- Verharding (induratie)


Graad 2: In graad 2 is de huid oppervlakkig beschadigd, soms is de huidlaag daaronder aangetast.

Graad3: In graad 3 treedt er weefselversterf op van de huid en het onderhuisweefsel. Het kan zich uitstrekken tot aan het onderliggende bindweefsel.

Graad 4: In graad 4 is er een uitgebreide weefselschade of weefselversterf aan spieren, botweefsels of ondersteunend weefsel. Dit kan voorkomen met of zonder schade aan opperhuid en de huidlaag daaronder

Voorkomen:

. Wissel regelmatig van houding zowel zittend als liggend (zie houding)
. Voorkom schuifkrachten in bed .Zet het bed met de bedbediening in een knieknik, hierdoor voorkom je onderuitzakken en zijn de schuifkrachten bij het rechtop zitten minder.
. Eet en drink goed (zie voeding)
. Verzorg de huid goed ( zie huidverzorging)

Om doorlig - of doorzitwonden te verkomen kan het noodzakelijk zijn gebruik te maken van speciaal ontworpen zitkussen(gel kussen) en matrassen(anti– decubitus matrassen). Deze verbeteren aanzienlijk het comfort van de patiënt.
Dekenboog:Door het gebruik van een dekenboog is het gewicht van de dekens van de voeten af, zodat daar geen extra druk meer op komt. Wel geeft een dekenboog vaak koude voeten.




Behandeling en nazorg:

Wrijf of masseer nooit plekken waar de huid rood is. Dit kan verdere schade veroorzaken.

Huidverzorging:

. Goede hygiëne/ wasbeurt met “niet ontvettende zeep”
Huidgedeelten die kwetsbaar zijn moeten bij het wassen niet zo gewreven worden als wel kloppen. Het liefst met een zacht washandje
. Zorg voor schone, gladde, droge onderlaag
. Huidbeschadiging voorkomen/ let op huidconditie
. Inspecteer (en palpeer) de huid dagelijks

Houding
. Vermijdt het liggen of zitten op de decubitus
. let op goede en foute houding
. regelmatig, ongeveer om het 3 uur, wisselligging
Zijligging in 30 graden of buikligging bieden vaak het grootste voordeel

Voeding
. Zorg voor volwaardige voeding
. Stimuleren tot voldoende vochtinname, 1.5 a 2 liter per dag, maak zo nodig een vochtbalans

Bij sterk zweten en urine - of ontlastingverlies meerdere malen per dag verschonen

Werkwijze:
- Bij het vermoeden van risicofactoren en/of beginnende decubitus risicomatrix invullen
- Bij daadwerkelijk signaleren van risicofactoren en/of beginnende decubitus dit altijd door vermelden aan de dokter
- Organiseren van de benodigde materialen

Mag zelfstandig worden verricht:
Verpleegkundige: Bevoegd
Anderen: Alleen als ze beschikken over bekwaamheidsverklaring

Informatie Obstipatie

Obstipatie

Wat is obstipatie?

Obstipatie is een veelvoorkomende darmaandoening die te maken heeft met een verstoorde darmwerking. Bij obstipatie praten we over trage, moeilijke ontlasting. De darminhoud kan hierdoor te lang in de dikke darm blijven , waardoor de ontlasting zeer hard word.

Wanneer kan iemand last krijgen van obstipatie?

. De aandoening kan o.a. voorkomen bij een verkeerde voeding dat vezelarm is.
. Een te lage vochtinname
. Bij een stoelgang van minder dan 3 keer per week.
. Ophouden ontlasting, ondanks aandrang
. Bij te weinig lichaamsbeweging

Hoe weet je dat je last hebt van obstipatie ?

Obstipatie is eenvoudig te herkennen . Bijna iedereen heeft wel eens last van een moeilijke stoelgang of een opgeblazen gevoel in de buik. Komt het vaak voor dan heb je last van obstipatie en dan is het belangrijk te kijken naar de achterliggende oorzaak.

Hoe kom je er aan ?

Wij hebben het al een beetje uitgelegd hoe iemand eraan kan komen, maar het meest belangrijke oorzaak is een verkeerd voeding- en leefpatroon. Dit kan worden veroorzaak door vezelarme voeding en een te lage vochtinname en het uitstellen van de stoelgang.
Soms wordt obstipatie ook veroorzaakt door geneesmiddelen die bij bepaalde ziektebeelden horen, zoals diabetes mellitus, CVA en de ziekte van Parkinson.

Voorkomen en bestrijden van obstipatie:

Eet vezelrijke voedsel en drink minstens 2liter per dag. In volkorenbrood, zilvervliesrijst, aardappelen, groenten en peulvruchten zitten veel vezels. Probeer regelmatig te eten en kauw het voedsel goed. Zorg voor voldoende lichaamsbeweging en ga direct naar de toilet als je aandrang hebt. Laxeermiddelen maken de darmen lui en veroorzaakt verstoppen.
Daarom kun je beter geen laxeermiddelen gebruiken.

Meld altijd de huisarts:

- Als de obstipatie langer dan 2 tot 3 weken duurt
- Als er slijm of bloed in de ontlasting zit
- Als verstopping en diarree elkaar steeds afwisselen
- Als je vermoedt dat de verstopping door medicijnen word veroorzaakt

Wanneer er anderen verschijnselen zijn waarover je zorgen maakt, overleg dat dan met de huisarts.

Obstipatie

Plan van aanpak

Met wie doe je presentatie samen?
1 Safira
2 Tanja

Welke prestatie heb je gekozen?
Voorlichting geven aan 4 zorgvragers over opstipatie.

Waarom heb je voor deze prestatie gekozen en wat wil je leren?
- Safira
Ik heb voor deze prestatie gekozen, omdat ik nog niet zoveel weet over dit onderwerp. Ik wil leren hoe dit ontstaat en hoe je het kan voorkomen en dit dan weer overbrengen aan anderen die het niet weten.

-Tanja:
omdat het goed uitkomt met mijn stage die ik 5 maart ga lopen.

Aan welke leerdoelen ga ik werken?
Safira:
Samenwerken: Er moet nog steeds beter gewerkt worden aan samenwerken er loopt nog steeds van alles mis en daar wil ik iets aan doen.
Onderzoek doen: Ik wil het netals tanja verbeteren
Stressbestendigheid: Dit is nog altijd een probleem en hier wil ik aan gaan werken tot ik gewoon durf te praten voor een klas of voor mensen .

Tanja:
- Samenwerken: me samenwerking verbeteren.
- Onderzoek doen: het onderzoekn verbeteren.- Basiszorg: misschien kan ik hierbij basiszorg uitoefenen.

Welke activiteiten zou ik willen uitvoeren om de prestatie te realiseren?
Safira:
Informatie winnen over obstipatie op het werk en uit boeken

Tanja:
- informatie opzoeken op internet over obstipatie.
- Uit boeken.
- ook kijken welke middelen ze erbij gebruiken om het te behandelen/ te voorkomen.
- Kijken hoe ik me basiszorg er bij kan gebruiken.


Welk studieboek/informatie zou de uitvoering kunnen ondersteunen?
Safira:
1 Het internet ( www.google.nl of www.kennisnet.nl )
2 Informatie winnen op het werk over dit onderwerp
3 Medische encyclopedie

Tanja:
- Internet: www.kennisnet.nl
- boek basiszorg
- boek uit het olc.

Wat zouden deze activiteiten moeten opleveren?
Safira:
Informatiie over obstipatie wat het nou precies is hoe het ontstaat en hoe je het kan voorkomen.

Tanja:
- dat ik weet wat obstipatie is en wat men gebruikt om te voorkomen/behandelen.
- dat ik het kan gebruiken op me stage.
- dat ik vooruit kan gaan op me leerlijn basiszorg.

Hoeveel tijd denk ik nodig te hebben en hoeveel tijd heb ik beschikbaar voor de uitvoering?
Safira:
1.5 week.

Tanja:
ik denk 2 weken en ik heb er als het goed is ook 2 weken voor.

informatie incontinentie

Incontinentie.

2 soorten incontinentie:
- urine incontinentie
- ontlasting incontinentie

Wat is Urine incontinentie?
Ruim bekeken kan elke vorm van urine verlies dat niet op de normale manier in het toilet terecht komt beschouwd als incontinentie.
* artsen - aantoonbaar en onwillekeurig urineverlies optreedt en waarbij dit urine verlies aanleiding geeft tot sociale en hygienische problemen.
Het komt voor in de leeftijds categorie: 15-64 jaar.

Verschillende vormen van incontinentie!
Je hebt 2 hoofdvormen:
- inspannings incontinentie
- aandrang incontinentie

Inspannings incontinentie:
Bijna uitsluitend bij vrouwen, tussen 30 en 50 jaar. plassen bijna normaal, maar urineren bij niezen, hoesten, lachen, tillen, sporten, plotseling opstaan.

stress incontinentie ook wanneer er een verhoogde druk in de buikholte optreedt.

Aandrang incontinentie:
bij mannen en vrouwen, vooral op latere leeftijd. Er is sprake van frequente aandrang om te urineren, meer dan 10 maal per dag. soms zo sterk, plotseling, dat het toilet niet behaald wordt. Kan optreden bij verandering van lichaams houding, lopen, door middel van stromend water. Het is meestal bij nerveuze mensen.

Andere vormen van incontinentie:
- meng incontinentie; een combinatie tussen aandrang- en inspannings incontinentie.
- overloop incontinentie: vrijwel continu druppelgewijs urineverlies.
- totale incontinentie: als urine vanuit nieren en blaas direct naar buiten loopt.

Oorzaken van urine incontinentie
- de blaas functioneert niet goed als opslag plaats.
- prikkel bare of instabiele blaas * als de blaas spier buiten onze wil om ( onwillekeurig ) samentrekt.
- ontoereikende reservoir funtie van de blaas. ( als de blaas te klein of te stug is. )
- afsluitmechanisme van de blaas functioneert niet goed.
- verzakking van de blaas uitgang.
- verlamming van de sluitspieren.
- beschadiging door een operatie.
- belemmrende urine-afvloed.

en zo nog veel meer...

Opvangmiddelen:
De bestaande hulpmiddelen zijn globaal in 2 hoofdgroepen te delen:
- universele opvang middelen; wegwerp- of wasbare verband systemen in principe voor iedereen met incontinentie klachten geschikt.
- specifieke opvangmaterialen; katheters, draagurinalen, enz...

Er zijn ook veel verschillende hulpmiddelen te verkrijgen zoals; bed- en stoel beschermers etc.

wegwerpmaterialen:
deze worden het meest gebruikt. Wegwerp incontinentie verbanden zijn hygienisch, in vele soorten en mate te verkrijgen, makkelijk te gebruiken.

Eendelige en tweedelige systemen.
- eendelige opvangsystemen: broekluier systemen. * verbanden die met behulp van plakstrips over heupen tot broek word gevouwen.
Geschikt voor mannen en vrouwen met zwaardere vormen van urine- of ontlasting incontinentie.

- Tweedelige opvangsystemen: absorberende verbanden die door een elastisch fixatie broekje op hun plaats wordt gehouden. * geschikt voor mannen en vrouwen met een lichte tot zwaardere vorm van incontinentie.

Bij kiezen van 1 of 2 delige opvangsystemen moet je letten op:
1. de mate van incontinentie.
2. de mate van bewegingsvrideid.
3. postuur en omvang.

Bron:
omgaan met incontinentie. prof. dr. PH.E.R van kerrebroeck (red).

Incontinentie

Plan van aanpak

Groepje:
1 Tanja
2 Louise

Prestatie:
Op de afdeling urologie vraagt de hoofdverpleegkundige je voorlichting te geven over incontinentie aan maximaal 4 zorgvragers die incontinent zijn.

Waarom heb je deze prestatie gekozen en wat wil je ervan leren?
Louise:
Ik weet behalve wat incontinentie betekend er helemaal niks over. Het is in het verpleegkundige beroep belangrijk om er wel wat over te weten. Ook lijkt het mij leuk om een voorlichting te geven.

Tanja:
ik heb voor deze prestatie gekozen, omdat het goed uitkomt met mijn stage die ik 5 maart ga lopen.

Aan welke leerdoelen ga ik werken?
Louise:
Leerlijnen:
- Deskundig worden, deskundig maken N1: VAN LEEK NAAR STUDENT
2 Preventie & gezondheidsvoorlichting (GVO) N1: VAN BIJZAAK NAAR HOOFDZAAK
Ontwikkelingslijnen:
3 Samenwerken
4 Assertiviteit

Tanja:
- Samenwerken: ik wil mijn samenwerking nog meer verbeteren.
- Onderzoek doen: ik wil mijn onderzoek verbeteren, dan alleen het intenet.
- Basiszorg: als het kan dan wil ik basiszorg er aan koppelen!!!

Welke activiteiten zou ik willen uitvoeren om de prestatie te realiseren?
Louise:
Ik wil onderzoek doen naar incontinentie, niet alleen het probleem maar ook de oplossing en de gevoelens die er bij spelen. Misschien is het mogelijk een interview te houden met een zorgvrager of een verpleegkundige. Ook wil ik gaan opzoeken hoe je een voorlichting geeft een waar je allemaal aan moet denken.

Tanja:
- Onderzoek doen naar incontinentie, en materiaal dat erbij hoort.
- Internet gebruiken voor informatie.
- in boeken kijken of ik er bwat over kan vinden.
- denken aan hoe ik een voorlichting geef.

Welk studieboek/informatie zou de uitvoering kunnen ondersteunen?
Louise:
Ik zal gebruik maken van het internet om wat meer over incontinentie te leren ook zal ik boeken uit het OLC raadplegen. Ik zal persoonlijke verhalen van incontinente mensen lezen zo dat ik me kan inleven. En natuurlijk informatie over goede voorlichtingen.

Tanja:
- Internet: www.kennisnet.nl
- boeken: misschien me boek over basiszorg. of boeken uit het olc...

Wat zouden deze activiteiten moeten opleveren?
Louise:
Als ik al mijn activiteiten goed heb beëindigt zal
er een leerzame voorlichting komen die mensen zal kunnen helpen om er mee te leren leven of om het op te lossen. Ook is het de bedoeling dat ik mensen in mijn werk ermee zal kunnen helpen.

Tanja:
- Meer te weten kom over incontinentie zelf.
- de materialen die erbij gebruikt.
- dat ik een beetje basiszorg erbij kan koppelen.

Hoeveel tijd denk ik nodig te hebben en hoeveel tijd heb ik beschikbaar voor de uitvoering?
Louise:
Voor de prestatie zal ik waarschijnlijk wel 2 volle weken voor nodig hebben. Op zich is deze tijd wel beschikbaar maar ik hoop ook dat er een goede planning word gemaakt waardoor we het ook kunnen benutten.

Tanja:
Ik denk dat ik er 2 weken voor nodig heb, en ik heb volgens het schema ook 2 weken.

Informatie & Protocol Contracturen

Protocol Contracturen

Doel:
De bewonder een goede houding in bed geven waarbij contracturen voorkomen kunnen worden.

Voorbereiding en voorwaarden.
De bewoner inlichten en de reden geven van de houding en als het nodig is de bewoner de houding uitleggen.Het bed op werkhoogte brengende benodigde kussens, afhankelijk van de houding hoeveel, klaarleggen.

Uitvoeringrugligging:
rugligging
één hoofdkussen, niet onder de schouders leggen, en de hoofdsteun van het bed plat.Het lichaam zoveel mogelijk in één lijn brengen. Bij eventuele bestaande contracturen aan de benen: de onderbenen ondersteunen met bijvoorbeeld een groot kussen.Laken en deken(s) aan het voeteneind niet strak instoppen om spitsvoeten te voorkomen.Het gebruik van meer kussens of een spanlaken kan in overleg met een fysiotherapeut of de eerst verpleegkundig verantwoordelijke (E.V.V-er).

Zijligging:
één hoofdkussen, niet onder de schouders leggen, en de hoofdsteun van het bed plat. Let erop dat de oorschelp plat ligt.onderste schouder, zonnodig aan schouder/schouderblad, naar voren halen.Benen, indien mogelijk, in loophouding brengen (onderste been gestrekt, bovenste been gebogen).Het gebruiken van kussens moet in overleg met de fysiotherapeut. Altijd een groot kussen onder de voeten leggen.Bij een goede loophouding is een kussen in de rug meestal niet nodig.Let erop dat de bekken niet teveel naar voren of naar achteren is gekanteld, in dat geval rolt de bewoner om.

buikligging:
De buikligging moet altijd in overleg met de fysiotherapeut. De hoofdsteun van het bed moet plat en er mag geen kussen worden gebruikt. Het schot bij het voeteneind moet worden verwijderd zodat de voeten vrij kunnen hangen.

Het bed zonodig in anti-trendelenburg in overleg met fysiotherapeut of arts.De houding van de bewoner regelmatig controleren.

Zithouding:
één hoofdkussen, niet onder de schouder leggen.De bewoner zo hoog mogelijk in bed leggen. Plaats het hoofdsteun omhoog in de hoogte naar wens van de bewoner. Zet het bed in trendelenburg,Deze houding is alleen van korte duur in verband met de maaltijd, daarna moet het hoofdsteun plat en het bed horizontaal.Als de hoofdsteun langdurig omhoog moet om medische redenen, dan moeten er afspraken worden gemaakt met de fysiotherapeut om te voorkomen dat decubitus ontstaat.

trendelenburg
De bewoner kan hierbij zowel in rug- als in zijligging liggen. Het voeteneind omhoog brengen.

Anti-trendelenburg
Hierbij kan de bewoner in zowel de rug- als zijligging liggen. Het voeteneind van het bed omlaag brengen.

Voor bedhoudingen van bewoners met een halfzijdige verlamming eerst overleg plegen met de fysiotherapeut.

AfwerkingHet nachtkastje binnen handbereik van de bewoner zetten.De (nood) bel binnen handbereik geven.Eventueel de bedhekken omhoog doen.Het bed in de laagste stand zetten.Bij wisselligging in het dossier vastleggen wanneer en welke houding de bewoner nodig heeft.Vragen aan de bewoner of deze naar wens ligt.

Behandeling:
Eenmaal ontstane contracturen zijn zeer moeilijk te behandelen. Het is daarom erg belangrijk dat je let op contracturen. Voor de behandeling van contracturen is het noodzakelijk om een fysiotherapeut in te schakelen. Daarnaast moet je als verpleegkundige op advies van de fysiotherapeut oefeningen met de zorgvrager blijven doen. Als het mogelijk is, dan stimuleer je de zorgvrager om zelf de oefeningen uit te voeren.

Preventie
De bedreigde gewrichten moeten regelmatig geoefend worden. Het is belangrijk dat de zorgvrager dit zoveel mogelijk zelf doet en ook het belang hiervan inziet. Als verpleegkundige stimuleer je de zorgvrager om te bewegen. Informeer hem over het belang van bewegen om contracturen te voorkomen.Als de zorgvrager niet in staat is om de oefeningen zelf uit te voeren, dan moet de verpleegkundige deze oefeningen bij de zorgvrager doen. Dit noemen we passief bewegen. Bij zorgvragers met een verlamming is passsief bewegen van groot belang. Je kunt hierbij ook de hulp van een fysiotherapeut inroepen en een bewegingsschema opstellen. De gewrichten komen ook in een andere stand te staan door het regelmatig veranderen van houding. Bij rolstoel gebruikers bestaat er een groot gevaar op heupcontracturen. Slapen in de buikligging kan dan een goede oplossing zijn.Hulpmiddelen dwingen lichaamsdelen om een andere stand aan te nemen doordat ze tegendruk geven. Hiervoor kan je bijvoorbeeld spalken. Deze moet je niet voortdurend gebruiken anders kan er weer een dwangstand ontstaan. Je moet daarom afwisselend hulpmiddelen gebruiken en deze na een tijdje weer wegdoen. Hier kun je eventueel een schema voor opstellen.

Informatie & Protocol Trombose

Protocol bedcomplicaties TROMBOSE

Casus:

Mevrouw Janssen is 47 jaar en is gisteren geopereerd aan een acute blindedarm ontsteking.
Ze heeft van haar behandelend arts te horen gekregen dat ze absolute bedrust hebben moet voor de komende dagen.
Daarna word verder gekeken hoe het gaat en of ze al meer bewegen mag.
Mevrouw weet dat er bij een lange bedrust complicaties kunnen ontstaan die er niet om liegen.
De eerste dag na de operatie wil ze graag voorlichting over de complicaties en het meeste over trombose en het voorkomen daarvan.

De eerste dag met mevrouw Janssen na haar operatie:

’s ochtends wil mevrouw naar eigen zeggen compleet gewassen worden en zij moet geholpen worden bij haar complete ADL,zij wil ook dat haar bed elke dag verschoond wordt dus dit moet ook gebeurd worden.Natuurlijk moet mevrouw ook worden aangekleed en dit gebeurd met schone kleding.Hierbij wordt mevrouw ook geholpen.
De benodigdheden voor deze handeling Wassen:* 2 handdoeken * 2 Washandjes* 2 waskommen * Zeep en shampoo* Tandenborstel * Tandpasta* Bekertje water * Spoelbakje.
* Kam of borstel * zo nodig elastiek of haarband.Voor heb verschonen van het bed:* 2 kussenslopen * 2 bedlakens* 1 steeklaken * 1 overtreklaken
Voor het aankleden van mevrouw is nodig:
* onderkleding(lingerie) * comfortabele broek
* shirt * sokken/sloffen

Het wassen gaat zoals het geleerd is,met als eerst de handen wassen enzovoorts.ook wordt de zorgvrager alles stap voor stap duidelijk gemaakt wat er gebeuren gaat en wat er daarna komt.
Houdt contact met de zorgvrager en zorg voor een prettige werksfeer.
LET ALTIJD OP DE PRIVACY VAN DE ZORGVRAGER!!!

Na het wassen en het verschonen van de lakens krijgt mevrouw om de 1,5 uur een wisselligging waarbij er dus verkomen word dat ze eventueel decubitus krijgt.
Ook bevorderd dit al de bloedcirculatie en word er dus redelijk de complicatie op trombose voorkomen.

Ook is door de arts voorgeschreven dat mevrouw bloedverdunnende medicatie toegediend moet krijgen,dit wordt Heparine en word subcutaan toegedient.dit alles is ter voorkoming van trombose.
Verder nog voor voorkoming van trombose wordt door de verpleegkundige steunkousen aangebracht bij mevrouw,dit help voor een betere bloedcirculatie en dus voor minder kans op trombose,
Bij het bovengenoemde punt word alles duidelijk verteld aan mevrouw over het hoe en wat er gebeuren gaat en waarvoor dit is,dit alles is voor het welzijn voor mevrouw en hierdoor wordt zij niet onrustig.

In de middag krijgt mevrouw een voorlichting van de in behandelende verpleegkundige,zij verteld mevrouw wat de gevolgen kunnen zijn voor trombose en langdurige bedrust maar ook wat er uit voorzorg al tegen gedaan wordt en waarom en hoe dat in zijn werk gaat.Dit allemaal om mevrouw gerust te stellen.

- hierbij word verteld aan de mevrouw van hoe zij trombose kan herkennen,wat ze zelf kan gaan doen om trombose te voorkomen.
- Ook wordt er aan mevrouw een video voorgedragen zodat ze kan zien wat trombose precies is en wat het inhoudt,dit omdat mevrouw heel geïnteresseerd is in de ziektebeelden en ze er graag meer van af zou willen weten.
- Verder komt ook de behandelend arts voorbij en geeft haar nog een beetje informatie over het hoe en wat van trombose en wat zijn visie hierop is.
- Ook krijgt mevrouw een foldertje mee over trombose en wat hier allemaal bij betrekking heeft.dit ook voor haar familie die eventueel er ook meer van zou willen weten en er van op de hoogte gesteld wil worden.
- Eventueel nodig je de familie bij het hierboven genoemd punt uit.
- Als verpleegkundige zorg je goed voor dat mevrouw goed op de hoogte is en je de vragen van mevrouw goed beantwoorden kan,hierbij is dus een goede kennis van belang.
- Ook zorg je als verpleegkundige ervoor dat de afspraken geregeld worden met de arts voor deze voorlichting. En natuurlijk ook dat de materialen erbij zijn om deze voorlichting uit te voeren.

Ook ter voorkoming van trombose krijgt mevrouw via de therapeut een aangepast trainingsschema waarbij haar bloedcirculatie bevorderd word.dit zijn oefeningen die vooral met de benen en de voeten gedaan worden omdat bij langdurige bedrust meestal in de benen voorkomt of begint.

Er word vandaag met mevrouw aan het einde van de dag ook nog een praatje gemaakt om haar op haar gemak te stellen over haar toestand en of zij nog eventueel vragen heeft en die worden eventueel beantwoord.

Ook wordt de arts nog ingelicht over haar toestand en wat de behandeling tot nu toe gebracht heeft.

Verder voert de verpleegkundige de gehele dag ook observaties uit, hierbij wordt gekeken naar de bloeddruk van de patiënt en hoe de patient zich voelt,vooral word ook naar de benen gekeken of daar geen eventuele spataders of dikke aders naar boven komen,dit kan leidden tot trombose en als er geen verdere behandeling dan op volgt kan er longembolie ontstaan.

Als laatste punt is er dat bij elke handeling die in de buurt van mevrouw gebeurd of op mevrouw gebeurd (zoals wassen,verkleden enzovoorts.)duidelijk stap voor stap verteld aan mevrouw.hierbij kan dan geen verwardheid tussen zorgvrager en zorgverlener komen en dus helpt dit mee aan een prettigere werksfeer.


Ook worden de startdatum van de behandeling genoteerd en de einddatum.
Natuurlijk ook wie wat alles uitgevoegd heeft en hoe het met de zorgvrager gaat.
Verder wordt er een verslag gemaakt over de observatie van de zorgvrager,het verloop van de dag,wat er allemaal gebeurd is en natuurlijk wordt er ook een verslag gemaakt over het protocol.

Gemaakt door lisette van oudenaren

Informatie & Protocol Spieratrofie!!!

Prestatie: Bedcomplicaties.

Onderdeel: Behandelen, voorkomen, nazorg van spieratrofien, protocol schrijven.

Algemene informatie…

Spieratrofieen ook wel spinale spieratrofieen genoemd.
Je hebt 3 soorten:
- sma type 1 = ersnstige vorm.
- sma type 2 = middelmatige vorm.
- sma type 3 = milde vorm.

Globaal:
Sma is een zeer ernstige spierziekte die zich openbaart tussen geboorte tot de leeftijd van ongeveer 30 jaar. Het is afhankelijk van het type sma dat de persoon in kwestie wanneer het zich openbaart.
Doordat steeds meer motorische zenuwcellen in het ruggenmerg niet goed funcioneren kunnen de volgende complicaties zich voor doen:
- spierverlamming
- spierverzwakking
- spierverdunning

Dit is in toenemende mate. Sma komt bij 10 tot 20 op de 100 duizend mensen voor.
· het is niet altijd meteen duidelijk om welk type sma het gaat.

Oorzaak;
Bij alle vormen van sma zijn de motorische voorhoorn cellen in het ruggenmerg aangetast. Hierdoor worden de spieren onvoldoende geprikkeld tot samentrekken.

Gevolgen;
- type 1: dunne en slappe spieren waardoor baby’s zich niet of nauwelijks kunnen bewegen.
- Type 2: dunne en slappe spieren, spierzwakte en spierverlamming.
- Type 3: spierzwakte en atrofie=verdunning van de sp[ieren.

· sma is een erfelijke ziekte veroorzaakt door een afwijking in het smn-gen op de lange arm van chromosoom 5. Dat houdt in dat beide ouders drager zijn. Zij dragen de ziekte zelf zonder dat ze aan de ziekte lijden. Bij sma 3 kan in een enkel geval ook dat het door 1 ouder wordt overgedragen. Dat heet autosomaal dominant.

Hun kinderen hebben;
- 25% kans op de ziekte.
- 50% kans dat op dragerschap.
- 25% kans dat zij de ziekteaanleg niet erven.
· als beide ouders drager zijn.

De te verwachten ernst van de sma kan ( nog ) niet met DNA – onderzoek worden vastgelegd. Of het om type 1,2,3 gaat kan worden vastgelegd aan de hand van onder andere de begin leeftijd en de snelheid waarmee de spierzwakte erger wordt.

Verschijnselen:
- type 1: het kan zich al voordoen bij een ongeboren kind. In ongeveer 920% van de gevallen beginnen de verschijnselen van de ziekte niet onmiddellijk na geboorte, maar wel voordat het kindje 3 maanden is. De baby’s voelen slap aan. Motorische mijlpalen als; omrollen, hoofd in balans houden en optillen of zelfstandig zitten bereiken ze niet. De atrofie is vaak niet waarneembaar vanwege het babyvet. De bekkengordel en beenspieren zijn meer aangedaan dan de schoudergordel en de armspieren. Ook de bovenbeen- en bovenarmspieren zwakker dan spieren onder knie en elleboog. Het breidt zich uit in enkele maanden en uiteindelijk ademhalings- en slik problemen.
· ongeveer 95% van de kinderen overlijdt voor ze 1 a 2 jaar zijn. Meestal aan longontsteking. Meestal geldt: hoe eerder de ziekte zich voordoet, hoe ernstiger deze verloopt.

- Type 2: 1ste verschijnselen tussen 6 en 18 maanden. Kinderen leren wel zitten niet meer zelfstandig lopen. Spieren in benen zijn erger aangetast dan spieren in de arm.
Doordat kinderen onvoldoende kunnen bewegen, kunnen ze vergroeiiengen in de wervelkolom krijgen in de knieen, ellebogen, vingers en voeten. Conrtracturen.
Ademhalings en slik spieren worden niet aangetast door vergroeiin van de wervelkolom scoliose is het risico van infecties aan luchtweg of een longontsteking groot. Het verloop is ernstiger naar mate deze eerder optreedt. Levensverwachting bij sma 2 is in het algemeen beperkt. Maar er zijn grote verschillen in ernst en verloop tussen de patient.

- type 3; leeftijd van openbaring varieert sterk, meestal doet de ziekte zich tussen 18 maanden en 4 jaar voor. Maar hij kan ook pas op volwassen leeftijd tot 30 jaar tot uiting komen. Eerst worden spieren in bekken en bovenbenen dunner en zwakker. Later spieren in schouders en bovenarm. Deze zijn vaak minder aangetast. De 1ste klachten; moeite met trap lopen, waggelende gang en niet goed hard kunnen lopen en regelmatig vallen. Moeite zelfstandig overeind komen. Kan voor 20ste jaar een rolstoel risico van contracturen en vergroeiingen.

Diagnose;
- type 1; meestal op basis van de verschijnselen en 1ste lichamelijke onderzoek worden herkend. Aanvullend: dna – onderzoek 98% op bevestiging( witte bloedcelle ). Of elektromyografisch onderzoek (emg) of spierbiopt.
- Type 2: dna-onderzoek 92% van de gevallen zeker. Emg of spierbiopt.
- Type 3 80% onderzoeken via dna-onderzoek. Emg of spierbiopt.

· in zwangerschap via vlokkentest of vruchtwaterpunctie.

Behandeling:
Sma is niet te genezen. Behandeling zijn gezircht op verlichting van de piijn.
- type 1: aangepaste voeding of sonde voeding, fysiotherapie. Gericht op bewegen om pijn en stijfheid te voorkomen.
- Type 2: kinderen kunnen geopereerd worden aan vergroeiing van het wervelkolom. ( scoliose ) orthopedie korset kan gevolgen van vergroeiing verminderen. Fysiotherapie en ademhalingsondersteuning.
- Type 3: fysiotherapie en orthopedische behandeling. Operaties….
-

Casus

Mevrouw klaassen is 22 jaar, en sinds kort is ondekt dat mevrouw sma type 3 heeft.
Mevrouw is thuis gevallen van de trap, en nu is haar rechterbeen gebroken dat in het gips zit en verder heeft ze veel blauwe plekken. Mevrouw klaassen kan moeilijk traplopen, heeft een waggelende gang en sinds kort kan ze ook moeilijk overeind komen…
ZE LIGT VEEL IN BED.

- help mevrouw klaassen met de ADL.

Protocol

Patiëntennummer:

Datum invoer/ingang:

Datum afloop:

Versie:

Laatste wijziging:

1.Naam opsteller/verantwoordelijke/vakgroep:
Tanja Meyll


· ga er vanuit dat je het in je eentje moet doen!

Doel;
- voorkomen, behandelen en nazorg geven aan spieratrofien.
- Helpen met de ADL

Algemene opmerkingen:
spieratrofie is niet te genezen. Behandeling is veel bewegen en vooral gericht op het verlichten van de pijn. D.M.V fysiotherapie, orthopedie.
Er zijn geen directe medicijnen voor, de behandeling is meestal bewegen.
Als de patient veel in bed ligt, moet je de patient in verschillende houdingen plaatsen. Voorkomen van andere complicaties, b.v decubitus.

Benodigheden;
· wassen:
- 2 handoeken
- 2 waskommen
- washandje
- schone kleren
- tandenborstel
- als patient wil ook zeep.
- borstel

· bedverschonen:
- 2 lakens
- ondersteeklaken
- 2 kussenslopen
- deken.

Denk eraan om een po bij de hand te hebben.
En als nodig is een tillift om patient toch even uit bed te plaatsen als het kan.

Voorbereiding;
- pak alle benodigdheden voor het wassen, aankleden, bedverschonen. ( PO )
- Licht de patient in wat je gaat doen.
- Vergeet niet onder het wassen teblijven praten zodat de patient zich op zijn gemak voelt.


Werkwijze; - Was als eerste je handen.
- Licht de patient in wat je komt doen.
- Kleed de patient uit, en was de patient ( vraag naar zijn wensen ) en kleed de patient weer aan.
- Pak de tillift plaats de patient erin in zithouden en zet de patient in een rolstoel/stoel.
- Verschoon het bed.
- Laat de patient zich wel voldoende bewegen, want dat is goed voor de spieren.

· als de patient terug gaat in bed, leg de patient dan in een andere houding om andere complicaties te voorkomen.

Complicaties;
- De patient en verpleegkundige kunnen niet vertrouwen op het spierstelsel van de patient.

Mag zelfstandig worden verricht door:
Iedereen die zich hiertoe bekwaam acht en toestemming heeft van de verantwoordelijke leidinggevende.

Protocol voorkomen, behandelen, nazorg bieden aan bedcomplicaties.

Plan van aanpak.

Welke prestatie hebben je gekozen?
Maak een protocol om de complicaties……..
1 decubitus
2 confracturen
3 spieratrofie
4 trombose
te voorkomen, te behandelen, en nazorg te bieden.

Met wie doe je de prestatie?
Judith Contracturen
Lisette Trombose
Safira Decubitus
Tanja Spieratrofie

Waarom heb je voor deze prestatie gekozen?
Tanja: omdat het me een interessant onderwerp lijkt en het goed van pas komt als ik stage ga lopen.
Judith: het lijkt me leuk om iets te leren over contracturen, aangezien ik daar nog niks over weet, verder heb ik dit onderwerp gekozen om informatie te verzamelen voor tijdens mijn stage.
Lisette: Omdat ik het een goed onderwerp vind om meer van te weten te komen en ik kan het denk ik ook wel gaan gebruiken op mijn stage.
Safira: omdat decubitus heel vaak voorkomt in verpleeghuizen en ik kan er veel van leren en weer toepassen op mijn stage.

Aan welke leer/ontwikkelingslijnen wil je aan gaan werken?
Tanja:
Onwikkelingslijn:
Samenwerken: met andere mensen leren samenwerken dan steeds me vaste groepje.

Leerlijnen:
12 Basiszorg?!
13 Onderzoek doen
14 Gesprekstechnieken.


Judith:
Ontwikkelingslijnen:

samenwerken


leerlijnen:
deskundig worden
onderzoek doen

Lisette:
Ontwikkelingslijnen:

-Samenwerken
-Algemene beroepshouding

Leerlijnen:

Onderzoek doen
Taalvaardigheid
Gesprekstechnieken
Leren Leren
Safira :
Ontwikkelingslijn:
Assertiviteit, omdat ik mij zelf snel terug trek als ik het er niet mee eens ben. En ik wil aan de ontwikkelingslijn werken, zodat ik anderen om feedback durf te vragen en duidelijk aan te geven wat ik wil en niet wil.

Leerlijnen:
Onderzoek doen: VAN KENNISCONSUMENT NAAR KENNISPRODUCENT
Ik wil onderzoek doen naar alle belangrijke punten, zodat ik niet de onnodige informatie doorvertel.

Gesprekstechnieken N1: VAN ONGERICHT NAAR DOELGERICHT
Ik wil leren hoe je gesprek aan gaat met iemand op de juiste manier , doorvragen, vragen beantwoorden en een gesprek op de juiste manier afronden


Welke activiteiten zou je willen uitvoeren om de prestatie te realiseren?
Tanja:
interviews
informatie uit boeken/internet over spieratrofie
verdiepen in hoe je een protocol moet maken.

Judith:
informatie zoeken over confracturen
leren hoe je een protocol schrijft
interviews houden.

Lisette:
- Informatie uit boeken over trombose en het voorkomen van trombose,
Ik moet me gaan interesseren voor hoe ik een protocol ga maken en hoe het überhaupt werkt.
Ik wil ook naar verpleegtehuizen en/of ziekenhuizen gaan waarbij ze al trombose protocollen hebben en hoe ze hier mee om gaan. enzovoorts.



Safira:
- Informatie halen van het internet en vergelijken met boeken uit het OLC of encyclopedie.
- Verpleeghuizen langs gaan en vragen stellen over decubitus en hoe je het kan voorkomen en behandelen .



Welke studieboeken/informatiebronnen denk je nodig te hebben?
Tanja :
internet: www.kennisnet.nl, www.google.nl
boek algemene ziekteleer, als er iets over spieratrofie in staat.
Verpleegsters uit zorgcentra’s/ziekenhuizen (interviews)
Boeken uit het olc.

Judith:
internet
boeken algemene ziekteleer
contacten in ziekenhuizen/verpleeghuizen
boeken die in het olc te verkrijgen zijn

Lisette:
Internet: www.google.nl , www.trombose.nl , www.kennisnet.nl , www.wikipedia.nl,
Boeken uit het Open Leer Centrum over trombose,hart en vaatziekten enzovoorts,
De boeken van anatomie en Pathalogie.
Mensen die in het ziekenhuis werken,mensen bij de stichting van trombose.

Safira:
Internet: http://www.decubitus-nederland.nl/
Boeken: Medische Encyclopedie, Boeken uit OLC moet nog gaan kijken
Verzorgenden en verpleegkundigen intervieuwen

Wat zouden de 2 prestaties moeten opleveren?
Tanja:
dat ik kan samenwerken met andere mensen dan steeds hetzelfde groepje.
Dat ik weet hoe ik een protocol moet schrijven.
Dat ik beter word qua interviewen. (vragen stellen en doorvragen.)
En dat ik weet wat spieratrofie uberhaupt is en wat het inhoud en hoe je het behandelt enz.

Judith:
dat ik goede samenwerking heb met andere mensen
dat ik leer wat confracturen zijn
dat ik weet hoe ik een protocol schrijf
dat ik alvast weet hoe ik op mijn stage kan voorkomen dat mensen last krijgen van confracturen.



Lisette:
Ze zouden me moeten opleveren dat ik in mijn gesprekstechnieken een beetje vorder,zodat ik makkelijker met mensen praten kan die ik niet ken en waar ik informatie van nodig heb.
Dat ik meer te weten kom over het hoe en wat trombose is en hoe je het voorkomt als je langdurig in een ziekenhuis of een verzorgingshuis komt te liggen enz.
Ook dat ik leer en daarna ook weet hoe een protocol in elkaar zet en hoe ik het gebruiken moet.
En natuurlijk ook het samenwerken in een andere samenstelling dan wat ik de vorige 2 periodes heb gedaan.

Safira:
Dit zou meer informatie opleveren over decubitus over de behandelingen en hoe je het kunt voorkomen.


Hoeveel tijd denk je ervoor nodig te hebben? En hoeveel tijd heb je?
Tanja:
ik denk ongeveer een week nodig te hebben.
We hebben als afgesproken 2 weken, ieder geval voor 5 feb.

Judith:
Ik denk ongeveer een week nodig te hebben, misschien iets korter, om een stuk te schrijven en daarna nog een dag om met mijn groepje te over leggen.
We hebben de tijd tot maximaal 5 februari dus dat moet wel lukken.

Lisette:
Ik denk dat ik er ongeveer anderhalve week voor nodig heb,misschien iets langer maar ik plan het een beetje ruim in

Safira:
Ik denk zo’n 2 weken.

Home!!!

Prestaties die u hier kunt vinden zijn:

- Protocol bedcomplicaties
- Incontinentie
- Obstipatie

Ze zijn door 3 verschillende groepjes leerlingen gemaakt.
van het Roc van Amsterdam...